Laagtechnologisch draagmoederschap is een vorm van draagmoederschap waarbij de draagmoeder ook de donor is van het genetische materiaal: het kindje ontstaat uit haar eigen eicel. Deze vorm van draagmoederschap is mogelijk via zelfinseminatie thuis, maar ook in een kliniek kun je nog spreken van deze vorm. Er zijn meerdere voordelen van laagtechnologisch draagmoederschap vergeleken met hoogtechnologisch draagmoederschap. Hieronder lichten we er een paar toe.
Onderzoek heeft aangetoond dat het voor een kind erg belangrijk is om zijn ontstaansgeschiedenis te kennen en waar mogelijk contact te hebben met diens biologische ouders. Bij laag-technologische ouderschap is dat één persoon minder dan bij hoogtechnologisch draagmoederschap, waar zowel een draagmoeder als eiceldonor van belang zijn.
Je kunt alles op jullie eigen tempo doen. Natuurlijk is het belangrijk om ruim voldoende tijd te nemen om gesprekken te voeren, over lastige zaken na te denken en goed voorbereid aan het hele traject te beginnen. Waar je dan bij hoogtechnologisch draagmoederschap moet wachten tot de kliniek of het ziekenhuis plek voor jullie heeft, kun je dit bij laagtechnologisch draagmoederschap zelf inplannen.
Omdat het een ‘traditionele’ zwangerschap betreft, hoeven er geen ziekenhuisbezoeken plaats te vinden: de zwangere vrouw loopt geen extra risico op bepaalde klachten, zoals bijvoorbeeld een hoge bloeddruk. Ook is het goed om je te realiseren dat bij IVF, wat nodig is bij hoogtechnologisch draagmoederschap, de kans op een zwaangerschap ongeveer 30% is bij een vrouw onder de 35 jaar oud, en afneemt tot 15% bij een vrouw van boven de 40. Uiteraard is de lichamelijke gezondheid van de biologische ouders daar een factor in, en kan een eigen arts meer vertellen over de kansen op zwangerschap.
Tot slot spelen wellicht in jullie situatie ook de kosten een rol. IVF wordt op dit moment niet vergoed voor homo-stellen, waardoor je per IVF ‘ronde’ ongeveer €6.000 aan medische kosten hebt.